Castratie van de kater
Het castreren van de kater zorgt in de eerste plaats dat hij onvruchtbaar wordt en dus geen kattinnen meer kan bevruchten.
Omdat de asielen er elk jaar nestjes met kittens bij krijgen, zijn wij sterke voorstander om alle katers, uitgezonderd dekkaters, te laten castreren. Tijdens deze ingreep worden de teelballen, waarin de hormoonproductie bij de kater plaats vindt, chirurgisch verwijderd. Deze hormonen sturen het sproei- en wegloopgedrag bij katers.
Indien u uw kater voor of op het moment dat hij begint te sproeien laat castreren, kan dit gedrag terug worden onderdrukt. Wacht u te lang dan kan het zijn dat u kater ondanks de ingreep toch blijft sproeien. Een castratie bij de kater kan vanaf 6 maanden leeftijd.